Reacties pers en publiek
De Smaak van … Jeroen Weierink
Met de voorstelling Wien bleibt Wien haalt dirigent Jeroen Weierink (56) de operette weer naar Nederland.
gelezen op www.woordelijk.nl
WIEN BLEIBT WIEN
“Kijk daar staat de doelgroep!”, wijst maestro Jeroen Weierink enthousiast naar mijn broer en mij, wanneer wij na afloop van de voorstelling ‘Wien bleibt Wien’ nog een drankje nuttigen in de foyer van theater Amphion in Doetinchem. Tot onze grote verbazing lopen we daar het halve Hapsburgs Straussorkest , inclusief dirigent tegen het lijf. Gezellig!
Uiterst relaxt, met een biertje in de hand, praat Weierink met de theaterbezoekers. En ook voor ons (de doelgroep) neemt hij rustig de tijd. “Het wordt tijd dat het klassieke genre onder het stof vandaan kruipt”, meent hij. De muziek werd lange tijd slechts geschikt bevonden voor de upper class. ‘Te lang’, als je het aan Weierink vraagt. Want klassieke muziek, en dan zeker de Weense operette, is geschikt voor luisteraars uit alle lagen van de samenleving. En zeer zeker ook voor jongeren.
VUURDOOP
Voor zowel mijn broer als voor mij betreft deze avond bij ‘Wien bleibt Wien’ onze vuurdoop qua klassieke muziekvoorstellingen. En eerlijk is eerlijk: het is absoluut geen tegenvaller.
Zodra de eerst noten gespeeld worden kijken we elkaar verbaasd aan over de vrolijkheid die de muziek zowel in de zaal als op het podium teweeg brengt. Mensen wiegen (beheerst) hun hoofden en tikken (voorzichtig) met hun handen mee op de maat van de muziek. En een enkeling neuriet zelfs ongegeneerd mee. Het valt ook op hoe goed iedereen ingelicht is over de materie. Zodra de dirigent een vraag aan de zaal stelt, weet bijna iedereen het antwoord! Broerlief en ik zakken steeds dieper in onze stoelen…
Om vervolgens zodra tenor Morshi Franz en sopraan Natalia Kraevsky hun kelen openzetten weer kaarsrecht in de stoelen te zitten. Wat een muzikaal geweld komt er uit deze monden! Met name uit het frêle lijfje van Natalia lijkt het een prestatie van formaat. Ik kom erachter dat de beide zangers er ook nog een soort gezongen toneelspel op na houden. Mijn kennis van het Duits (wat de voertaal van de voorstelling is) is helaas niet helemaal toereikend, maar ik begrijp dat het (uiteraard) over de liefde gaat. En aan de hoeveelheden champagne die Franz achterover slaat te zien, verloopt de romance vanaf het prille begin niet geheel vlekkeloos.
TYPECASTING
Het Hapsburgs Straussorkest is overigens een lust voor het oog. Zeker als je zoiets nog nooit in levende lijve gezien hebt. De violisten zitten keurig opgesteld. De belangrijksten (of de oudsten?) vooraan en de rest er netjes omheen geschikt. De harp, vanuit de zaal gezien op links en de groot uitgevallen gitaren (cello en contrabas) op rechts. Dan een rij kleinere blazers (ik geef hier maar meteen toe dat ik er te weinig verstand van heb, om ze te kunnen benoemen) en achteraan de trompet-achtige en de ritmische instrumenten. Die laatste genoemden hebben trouwens echt een toffe baan. En daarbij lijkt het wel typecasting! Een kale man voor het bedienen van de triangel, de xylofoon en een langwerpig ding waar hoge tonen uitkomen. Met daarnaast een man met een paardenstaart die voor het zwaardere slagwerk zorgt. Het is grappig om te zien dat wanneer de kale man het te druk heeft met de plingeltjes op de triangel dat dan de paardenstaart man van zijn kruk moet komen om de zes zeer belangrijke niet te missen plingeltjes op de xylofoon voor hem te doen. Prachtig!
CHIPPENDALES
Onherroepelijk breekt uiteindelijk ook het meezing moment aan. Er wordt nog net niet à la André Rieu ingehaakt om met z’n allen van links naar rechts te wiegen, maar het publiek is eigenlijk net zo laaiend enthousiast als ik het begin van deze maand in de zaal bij de show van de Chippendales meemaakte. En het allermooiste is nog wel dat je voor een ontmoeting en een selfie met deze topartiesten geen extra geld hoeft neer te leggen. Ze lopen na afloop gewoon in de foyer, maken een praatje en drinken gezellig een drankje mee.
Andere bijkomende voordelen bij voorstellingen als deze zijn:
1. Het is heerlijk om weer eens ergens de jongste te zijn!
2. Op de trappen hoef je niet in de rij te staan want je bent (zowat) de enige die geen leuning nodig heeft om naar beneden te kunnen komen.
3. Er is altijd een statafel vrij om hangend lekker van je drankje te kunnen genieten.
IMAGO
Overigens vraag ik na onze selfie met maestro Weierink nog even of het nou eigelijk verplicht is voor een dirigent, dat lange haar in de nek? En wat blijkt: Speciaal voor de ‘Wien bleibt Wien’ tour laat Weierink het altijd een stukkie groeien! Imagebuilding zoals eigenlijk iedere artiest dat doet, is ook in de klassieke muziek dus geen vreemd gebruik.
Na onze vuurdoop in het land van de klassieke muziek keren broerlief en ik terug naar huis. Onderweg gaat uiteraard de radio aan. Maar of we tijdens de rit nou op ‘Klassiek op 4’ of op ‘Slam FM’ afstemden, dat laten we hier maar even in het midden….
Publieksreacties: Edwin Ruttens Mattheus passie
”Ik heb de Mattheus 25 keer gezien, maar ik hoor nu dingen die ik niet wist, dank je wel.”
“Ik heb de Mattheus nog nooit gezien en gehoord. Fantastisch, ik ga nu hardcore naar een lange.”
“Dit moet naar het onderwijs.” (Een predikante met een zoontje van 8 jaar)
”Lijkt me heel bijzonder om de Matthäes Passion zo mee te mogen ervaren! Hoe enthousiast is Edwin Rutten.”
“Ik vond het heel mooi, Ome Willem” (Meisje van 8 jaar, ’Ome Willem’ had ze van haar moeder die ooit in theater is geweest of dvd’s heeft)
”We zijn erg benieuwd naar deze speciale uitvoering in kortere tijd. De uitvoering van Edwin Rutten lijkt ons erg mooi.”
”Prachtig! Zo is het voor mij heel goed te volgen. Ben fan!”
”Wat een geweldige uitleg van Edwin van de Mattheus Passion. Jaren geleden heb ik 3 uur zitten luisteren maar dat was veel te lang.”
”Op deze manier kon ik eindelijk een keer met mijn moeder mee naar de Mattheus Passie zonder zo lang stil te hoeven zitten.”
”Edwin Rutten vertelde het verdrietige verhaal op een grappige manier.” (Jongen van 12 jaar)
Recensie in muziekrecensie.nl van concert op 4 april 2015 in Ootmarsum
Paaszaterdagbeleving wint nog steeds aan intensiteit
OOTMARSUM, N.H. Kerk, Paaszaterdagmiddag. Uitvoering van Stabat Mater van Haydn door Camerata Vocalis, Camerata Amsterdam en solisten (o.l.v. Jeroen Weierink). Solisten: Josefien Stoppelenburg (sopraan), Charlotte Stoppelenburg (alt), Alex Vermeulen (tenor) en Jonathon Adams (bas).
Voor de vijfde keer klonk in de Ootmarsumse N.H. Kerk op Paaszaterdagmiddag een Stabat Mater, maar voor het eerst in de toonzetting van Joseph Haydn. Met Camerata Amsterdam waren de trouwe bezoekers al goed bekend, ook de twee vrouwelijke solisten hadden al vaker Ootmarsum aangedaan; nieuw in deze gewijde ruimte was echter de verschijning van het koor Camerata Vocalis. Op weg naar Ootmarsum had ik een cd-opname uit 1990 van Trevor Pinnock’s English Concert gedraaid, om in de juiste stemming te komen. De uitvoering van deze middag kon de vergelijking met deze opname met gemak doorstaan.
Wat stond hier een prachtig twintigtal vocalisten te zingen, met veel gevoel voor het aanbrengen van nuances. De kwaliteit van dit koor werd nog eens onderstreept doordat alle vier solisten hiervan deel uitmaakten. Zo stapte als eerste tenor Alex Vermeulen uit het koor om samen met de rest van Camerata Vocalis het hoofdthema (Stabat Mater) te zingen, op wonderschone wijze. Vervolgens kwam de alt Charlotte Stoppelenburg naar voren, die de mezzosopraan partij voor haar rekening nam. Zij beschikt over een krachtige stem met een diepe, donkere kleur. Na een gedeelte door alleen het koor (Quis es homo) -al stond dit niet zo op de voorkant van het programmablad vermeld- trad Charlottes zus Josefien Stoppelenburg voor het voetlicht en haar Quis non posset klonk engelachtig mooi. Haar heldere stemgeluid klonk als een klok. De laatste solist die uit de gelederen van Camerata Vocalis stapte was de bas Jonathon Adams, die een imposant geluid voortbracht en veel aandacht toonde voor dictie. Zijn Flammis oci (“door de vlammen van de hel”) was om bang van te worden.
Niet in de laatste plaats geldt ook veel lof voor het uitstekende spel van het orkest, Camerata Amsterdam, dat het koor en de solisten opzweepte tot grote artistieke hoogte. Een prestatie van dit formaat had echter niet gekund zonder de niet aflatende inzet van de grote muzikale regisseur van deze middag: de oud- Ootmarsummer Jeroen Weierink. Met muziek die de toehoorder regelmatig naar de keel greep, offreerde hij ook deze keer aan de kerkvullende luisteraars de ideale voorbereiding op weg naar het Paasfeest.
Geschreven door: Koen Edeling
__________
Klik op de afbeelding voor de recensie van de Stabat Mater in Nederhorst ten Berg.
__________
OOTMARSUM, N.H. Kerk, zaterdagmiddag. Vierde editie van Paaszaterdagconcert door Camerata Amsterdam (o.l.v. Jeroen Weierink), m.m.v. Tania Kross (mezzo-sopraan) en Francis van Broekhuizen (sopraan). Programma: Ave Maria van Verdi en Bach/ Gounod, instrumentale werken van Händel en Elgar en Stabat Mater van Pergolesi. ( door: Koen Edeling)
Het was zaterdagmiddag alweer voor het vierde achtereenvolgende jaar dat Jeroen Weierink met zijn ensemble Camerata Amsterdam neerstreek in zijn geboortestad om in de N.H. Kerk het Stabat Mater van Pergolesi ten gehore te brengen. Ook deze editie stond garant voor een afgeladen kerk met enthousiast publiek. Alleen het weer was totaal anders dan andere jaren: vorig jaar nog sneeuw, nu een strakblauwe lucht met een weldadig zonnetje.
Wie dacht voor de sopraan Francis van Broekhuizen gekomen te zijn, kwam aanvankelijk bedrogen uit, want deze Haagse dame ontpopte zich als een ware stand-up comedian. Haar samenwerking met Tania Kross kondigde zij al aan onder de noemer “Duo Penotti” en ter geruststelling voegde zij nog toe: “maar ik kan ook heel mooi zingen, hoor…” Dat deze woorden maar al te waar bleken te zijn, bleek uit haar uitvoering van een wat minder bekende Ave Maria, die van Verdi. De andere soliste, Tania Kross, zong eveneens de sterren van de hemel in de toonzetting door Bach/Gounod van dezelfde tekst. Beide vrouwen hebben een dijk van een stem en een groot stembereik, waardoor er ook in de lagere regionen voldoende volume overblijft.
Dat Camerata Amsterdam niet alleen een prima begeleidingsensemble is, bleek uit twee zuiver instrumentale werken: een Sarabande van Händel en Elegy van Elgar, een mooie impressionistische klankschildering van een der Engelands grootste muzikale zonen.
De waarheid van de uitdrukking ‘het geheel is meer dan de som der delen’, onderstreepten de twee zangeressen nog eens met de uitvoering van het pièce de résistance: Stabat mater van Pergolesi. Het stuk werd in perfecte eenheid met de instrumentalisten uitgevoerd en hiermee troffen alle musici de juiste snaar. Weierink deed niet zijn best om een authentieke uitvoering na te streven, maar als romantisch zou ik zijn interpretatie ook niet willen bestempelen. Het was onverminderd een stijlvolle uitvoering, waarin dramatiek weliswaar een belangrijk bestanddeel vormde, maar dit werd bereikt zonder enige vorm van effectbejag. De keuze voor juist deze twee zangeressen bleek een gouden greep, want de stemmen kleurden wonderschoon bij elkaar.
Op naar het eerste lustrum in 2015, want deze traditie lijkt zich al even diep te gaan wortelen als die vele andere tradities die Ootmarsum rijk is.
__________________
DE STENTOR, maandag 19 maart
Foto: John Tanasale, Beekbergen
Een goed idee: in de passietijd een uitvoering van de Stabat Mater-tekst, daterend uit de dertiende eeuw, en door talrijke componisten in diverse opeenvolgende stijlperioden op muziek gezet: Browne, Palestrina, Lassus, Vivaldi. De beroemdste en meest geliefde versie is die van Giovanni Battista Pergolesi. Die componeerde net voor zijn dood in 1736, op zijn 26e jaar, een soort magische muziek die de smart van de treurende Maria onder het kruis waaraan haar zoon is gestorven op onnavolgbare wijze verklankt.
Camerata Amsterdam, een klein ensemble onder aanvoering van Jeroen Weierink, voerde die muziek (goed genoeg om grote indruk te maken op Pergolesi’s tijdgenoot Bach, die er met een Duitse psalmtekst een eigen bewerking van maakte) zaterdag uit in de sfeervolle Oude Kerk van Beekbergen, op uitnodiging van de stichting Beekbergen Klassiek. De zang was in handen van de gezusters Josefien (sopraan) en Charlotte (alt) Stoppelenburg, allebei nog redelijk jong maar al behoorlijk ervaren.
Ze maakten vooral indruk in de geniale duetten aan het begin en het eind van het werk: het ontroerende titelstuk en het broze Quando corpus morietur, ijzingwekkend in zijn ingetogen verdriet. Charlotte Stoppelenburg, beschikkend over een wat donkere stem, was op haar best in de statige aria Fac ut portem Christi mortem; haar zus Josefien Stoppelenburg in de markante, soms subtiele (en dan ook prachtig ingehouden begeleide) sopraanaria ‘Vidit suum dulcem natum’.
Deze waardige uitvoering van Pergolesi’s meesterwerk werd voorafgegaan door een gedeelte van de versie van zijn tijdgenoot Vivaldi, wat soberder van intentie, en alleen voor alt. Charlotte deed wat ze kon om ook dit stuk recht te doen, maar kon niet verbloemen dat Vivaldi het hier qua zeggingskracht moest afleggen tegen zijn veel jongere collega.
Het instrumentaal ensemble, hoewel spelend op hedendaags instrumentarium, voelde de geest van deze barokwerken uitstekend aan. Mooi en integer concert.
HET KLAVERBLAD, vrijdag 23 maart
Beekbergen, Henk van Doorn
In haar 11e seizoen bracht Beekbergen Klassiek een concert door Camerata Amsterdam met Charlotte en Josefien Stoppelenburg als solisten. De uitvoering was gewijd aan het Stabat Mater dat zowel door Vivaldi als Pergolesi op muziek werd gezet. Beide uitvoeringen werden in dit programma ten gehore gebracht.
Jan Schut, voorzitter van Beekbergen Klassiek opende met een kort welkom en maakte daarna plaats voor de musici “die van een droevig gebeuren iets heels moois kunnen maken”.
Stabat Mater
In de 13e eeuw schreef een onbekende monnik een tekst waarin hij in het eerste deel het verdriet van Maria tijdens het lijden en de kruisdood van haar zoon weergeeft. In het tweede deel geeft een ik-persoon de wens te kennen om een deel van de smart op zijn schouders te mogen nemen om zo een plaats in de hemel te verdienen. Eerst werd de tekst slechts gebruikt door monniken die mediteerden op het lijden van Christus en het verdriet van Maria. Later werd de tekst door vele componisten op muziek gezet. Onder die composities behoren die van Vivaldi en Pergolesi tot de mooiste.
Zo’n dramatisch verhaal komt, muzikaal gezien, slechts goed uit de verf als het wordt uitgevoerd door een aantal sublieme musici. Het kamerorkest Camerata Amsterdam met solisten Charlotte en Josefien Stoppelenburg maakte er onder leiding van Jeroen Weierink vanaf het eerste akkoord een schitterende uitvoering van. Camerata Amsterdam is een internationaal bekend ensemble en die kwaliteit werd deze middag nog weer eens bevestigd door de fraaie begeleiding van de solisten. Glaszuiver, heel transparant en mooi in balans verrichtten de strijkers hun taak. De inhoud van het verhaal was bovendien geheel in overeenstemming met het decor van de kerk, de plaats waar deze muziek uiteindelijk voor gecomponeerd werd.
Verschillende opvattingen
Als in een concert twee keer hetzelfde thema wordt uitgevoerd valt aan een vergelijking niet te ontkomen. Charlotte Stoppelenburg heeft een mooi, warm stemgeluid dat precies paste bij de ingetogen opvatting van Vivaldi wat betreft de tekst. De versie van Pergolesi werd gezongen door beide zangstemmen, soms solo, soms in duet. In de opvatting van Pergolesi was meer beweging en daardoor meer dramatiek te beluisteren, vooral in de duetten. Daarin schuwde de componist het gebruik van dissonanten niet om hoogtepunten van het verdriet van een scherp randje te voorzien. Bij hem dus veel meer afwisseling, van felle bewogenheid tot innige berusting.
Mede door die verschillende opvattingen kreeg de uitvoering een extra muzikale dimensie waardoor de toehoorders nog meer werden geboeid en de musici kregen dan ook een enthousiast applaus
Recensie Stabat Mater
Josefien en Charlotte Stoppelenburg: een uniek duo.
Toen zondagmiddag ook in Ogterop de stroom uitviel, speelden de musici van Camerata Amsterdam onverdroten verder in het pikkedonker terwijl Josefien en Charlotte Stoppelenburg het lang uitgerekte ìAmenî voltooiden zonder enige hapering. Het publiek beloonde deze uitzonderlijke prestatie met een ovationeel applaus.
De muziekliefhebber die door een misverstand dit alles had moeten missen,spoedde zich donderdagavond naar Theater ít Voorhuys in Emmeloord.
De omschrijving in het theaterprogramma vermeldde het Stabat Mater van Pergolesi î muziek die het verdriet verklankt van Maria tijdens het lijden en de kruisdood van haar zoon. Een verhaal vol van smart en mededogen, maar natuurlijk ook van trouw en liefdeî.
Niets bleek minder waar, want terwijl tientallen componisten de oorspronkelijke tekst hebben gebruikte voor een kleurrijke verscheidenheid aan uitvoeringen, heeft de grote meester Johann Sebastian Bach de muziek van Pergolesi gebruikt als basis voor een eigen zetting van psalm 51.
Was dat nu parodie of gewoon plagiaat? Welnee, het was ook in Bachís tijd heel gebruikelijk en algemeen geaccepteerd dat melodieÎn van anderen werden gebruikt voor nieuwe composities, daardoor kon immers de muziek veel meer gehoord worden? Wanneer een meester als Bach strofe na strofe de muziek van Pergolesi volgt kan dit worden beschouwd als een groot eerbetoon aan deze collega.
De tekst van deze Psalm 51 spreekt dus niet vol compassie met de lijdende moeder Maria over het lijden en sterven van haar zoon, want deze transcriptie is veel meer een schuldbekentenis van de zondaar aan de Allerhoogste. Hij smeekt om bevrijding van zijn leugens en zonden, om gedogen en genezen, om genade.
Een andere tekst dus, een andere taal, het Duits. Was dit een teleurstelling?
Geenszins: zet twee prachtige zangstemmen en negen top-musici, het ensemble Camerata Amsterdam, op het podium en het talrijke publiek houdt de adem in. Hier ontstond een vocale en instrumentale eenheid van ongelofelijke schoonheid.
Dat begon al direct bij de uitvoering van het Ave Maria van Giulio Caccini, zo bekend geworden door Inessa Galante. Wat een stralende harmonie in dit zestiende eeuws werk. Camerata excelleerde vervolgens met een sereen werk van Vivaldi, vol deernis getuigend van het verdriet aan het heilig graf.
Via deze zeventiende eeuwse klanken naar de 19e eeuwse Modest Moussorgski met een smeekgebed aan Maria, twee prachtige stemmen in perfecte eenheid en ondersteund door de instrumenten.
Hoogtepunt van het concert was de uitvoering van Psalm 51 van Johann Sebastian Bach: Tilge, Hˆchster, meine S¸nden. Allerhoogste, los mijn schulden af. Al in de tweede strofe klonk bij monde van de sopraan, in een bijna hoopvolle blije instrumentatie: Heer, reken mij mijn zonden niet aan. Het daarop volgende duet onderstreepte deze bede krachtig en indringend, voor het eerst wordt het woord Vader gebruikt, gevolgd door een alt-solo: mijn doen en laten wekte uw toorn.
Na de in verschillende strofen uitgebreide schuldbekentenis volgen de smaakbeden: bevrijd me van de leugens, was de zonden van me af, toon me vreugde, kijk niet naar mijn gebreken, verstoot me niet.
Dan woorden van aanbidding en lofprijzing gevolgd door een lang durend Amen, waarbij in Bachs versie het mineur in majeur wordt herhaald; dat alom uw roem weerklinkt en dat u zich verheugt in ons.
Zelden hebben wij zoín perfecte combinatie van twee stemmen gehoord, prachtig van voordracht en met een ongelofelijke beheersing.
Terecht en zeer symbolisch waren de bloemen voor allen op het podium, stuk voor stuk bijzondere solisten die evenwel de kunst verstonden als een sublieme eenheid te musiceren en de sfeer van de avond voor Goede Vrijdag treffend weer te geven.
Jan Toor